Back

Ruitenwissers: een geschiedenis vol verrassingen!

Ruitenwissers, we staan er niet bij stil – totdat ons zicht wordt belemmerd. Daarom mogen we de pioniers die deze veiligheidsvoorzieningen hebben uitgevonden wel dankbaar zijn, want ruitenwissers hebben in regen en sneeuw talloze levens gered.

 

Aan het begin van de 20ste eeuw zat Mary Anderson, een wijnbouwster uit Alabama, op een vrieskoude dag in New York in een trolleybus, toen ze zag dat automobilisten steeds naar de kant moesten om regen en natte sneeuw van de voorruit te vegen. Ze begon te dromen over een oplossing, en in 1903 vroeg ze octrooi aan voor ’s werelds eerste ruitenwissers die vanuit het voertuig werden bediend.

 

Deze eerste ruitenwissers hadden echter geen standen. Je zette ze aan en daarna weer uit. Helaas veranderde daar niets aan totdat Robert Kearns, een uitvinder uit Detroit, tijdens zijn bruiloft een champagnekurk in zijn oog kreeg. Jarenlang kon hij niet goed zien, vooral als hij in de regen reed. Het feit dat onze ogen constant knipperen, zodat we goed blijven zien, bracht hem op het idee van een intervalruitenwisser, waarvoor hij in 1962 octrooi aanvroeg. Hij monteerde de wisser op zijn Ford Galaxy en reed ermee naar het hoofdkantoor van Ford, waar hij zijn uitvinding presenteerde. De wetenschappers van Ford waren onder de indruk, maar ontwikkelden vervolgens hun eigen intervalruitenwisser. En andere autofabrikanten deden hetzelfde. Na jaren van juridisch getouwtrek ontving Kearns in 1995 30 miljoen dollar. Drie jaar na zijn dood in 2005 werd een film gemaakt om het verhaal over deze gefrustreerde uitvinder wereldkundig te maken.