De oorlog in Oost-Europa woedt voort en eist een zware tol aan mensenlevens. Het effect ervan op de supplychain is wereldwijd voelbaar nu de prijzen voor consumptiegoederen en grondstoffen de pan uit rijzen. Eén van die grondstoffen is olie.
De prijs per vat ruwe olie verdubbelde al in 2021 ten opzichte van het jaar ervoor en heeft sinds Rusland Oekraïne is binnengevallen de grens van € 100 bereikt. In Europa wordt 70% van de goederen over de weg vervoerd, zodat we gerust kunnen stellen dat de vrachtvervoersector de motor van onze economie is. In de nasleep van de recessie in verband met corona neemt de vraag weer toe en voeren industriële bedrijven gestaag de productie op. Hoewel dit de vervoerders in een feeststemming zou moeten brengen, maakt diesel bijna 35% uit van hun bedrijfskosten. Willen ze solvabel blijven, dan moeten de klanten opdraaien voor de niet aflatende prijsstijgingen van de brandstof, wat weer van invloed is op de consumentenprijs.
Tot overmaat van ramp dreigen op het gehele continent stakingen van vervoerders en neemt de druk op de regeringen om doortastende maatregelen te nemen toe. Helaas wordt het probleem in Europa niet gemeenschappelijk aangepakt, maar debatteren de afzonderlijke regeringen over de juiste maatregelen voor hun eigen land.
De glasverwerkende industrie ondervindt al in sterke mate de gevolgen van de inflatie van energiebronnen en het aanhoudende tekort aan halfgeleiderchips. De extra druk door de politieke onrust en de daaropvolgende brandstofcrisis maken de sector bijzonder kwetsbaar.